Mijn woorden zijn de wapens van zelfverdediging
Mijn kracht is de schuld van een vernedering
Kalmte is de rust
die mij nog moet ontmoeten
De liefde geef ik mij de groeten
Mijn verslaving is al lang begraven
Een propere ziel wil ik opvragen
Een arm om een vriend te dragen
Een opoffering die mij ten onderuit graaft
De ruiter het paard van mijn hart
Die de zware last uit de gracht draagt
Pure kracht voor de andere hun hulp
Een perzik uitgeperst tot de pulp
Alles wat een ruiter zijn paard beveelt
Een prachtig perspectief van broederschap
Dat overloopt door deze landschap
Dat ik aan de wereld deel
Beloftes die ik wil waarmaken
Gevoelens van liefde en vrede
dat zich in mijn hart wil plaatsen
mijn waters vallen diep
Op de rivier waar ik over liep
Wat ik meenam terwijl ik sliep
En waar de verslaving
mij niet achterna riep
die ellendige creep