ik druip in mijn verdrinking
oogschaduw in de smink van versluiming
achteruit in passen
de grond op mosse moerassen
zinkend kopje onder de waterpassen
zorgende winden waaien de bomen door
zorgen die morgen weer zullen opkomen
als de weg verandert in een uitkomend spoor
naar een richting die de verspreiding verloor
bochten die mensenpaden hebben belopen
voeten die jagen naar stropen
stroofjes die de binnenwegen
dichterbij hebben gebracht
in donkere sterren van de ozon
de sterren die de nacht verlichten
in de weide met open gras
van een gevallen zon
door de nacht houd de wind zich stil
het licht naar de maan
maakt de stilte kil
de blaren druipen nat af
de natuur houd de warmte laf
ingedrongen bladeren in boomse schors
bomen drinken hun verdiende natuurste dorst
zure regen gevallen op het blad
uitschuivende paden maken de wegen glad
een handmerk een palm
de ondermaatste bebossing
houd de dieren kalm
een wildernis zo gestrekt
de natuur verloor zijn groeiende tijd
de vogels verloren hun ochtend klok
ik word nog amper door hun gewekt
de natuur is in wildernisse strijd
een boswachter gooit zijn stok
de persoon die de bossen leid