Ik lig onder twee dekens,
diep weggekropen voor de buitenwereld.
Ik heb het koud, ik word maar niet warm,
tranen rollen over mijn wangen,
wanneer komt de zon om mij op te warmen?
morgen komt hij, morgen ochtend,
nog maar drie uurtjes, dan komt hij,
ik lig onder de dekens,
twee nogwel, en nog,
nog heb ik het koud