Vaak kijk je omhoog naar de sterrenhemel,
tijdens een onbewolkte nacht,
geniet van al wat je ziet, deze
alom aanwezige schitterende pracht.
Bij mij komt vaak de gedachte,
hoe onbegrijpelijk is wel niet dit Heelal,
al die ontelbare twinkelende sterren,
van dit alles snap ik echt geen bal.
Het hele gebeuren, zou zijn geschapen,
in zes Bijbelse dagen,
dit roept bij mij op, serieuze,
toch wel dwingende vragen.
Alles zou zijn gecreeërd,
door ene lieve Heer,
die waarschijnlijk bij zichzelf dacht,
wat ga ik nu eens doen, deze keer.
Och, ook ik lummel weleens,
soms tot vervelens toe,
maar om z'n project te realiseren,
dat lijkt me ergens teveel gedoe.
Al ben ik streng religieus opgevoed,
tot diep in mijn twintiger jaren,
il wilde niet, maar kon niet anders,
en heb het geloof laten varen.
Niet slechter of beter, ben ik er van geworden,
in alles heb ik hetzelfde als een gelovige gehandeld,
ik heb mijn leven zelf ingevuld,
zonder daarvoor te zijn behandeld.
Kijk! Als je ergens in wilt geloven,
dan ga je voor het volle pond,
zoniet, dan klinkt de geloofsovertuiging,
ongeloofwaardig uit jouw mond.
Daarom ga ik nu verder,
als een strak gelovige atheïst,
die pas na zijn dood zal weten,
wat hij misschien heeft gemist.