De stralen streken over het land.
Dauwdruppels verdwenen in de blauwe lucht.
Haar lippen waren droog, haar huid koud.
Ze werd niet meer verwarmt door zonnestralen.
De stralen verlieten het land.
De zomerzon verdween weer om plaats te maken voor de maan.
Haar ogen keken omhoog, maar ze deden niks
Ze zou hem nooit meer aanschouwen.
De sterren nacht verlichting mij.
Haar niet, ze besloot te gaan.
Ze zal het niet zien, ze is gegaan, maar ik blijf staan.
In de hoop anderen het licht te geven dat ze niet zag.