en als we dan het huis verlaten
tegen het avondtij
meen ik tussen de golven
een gezicht te zien
zonder naschrift, peilloos
als kleurenblinde as
deze droom houdt adem
wakker, verweesd, beducht
maar soms beklijft
's ochtends een druppel
tot ijs zolang het duurt, tot
mos op een stenen zuil
een ontscheepte maaltijd, een
stempel op geheugen
een kooi voor wolken, lopend
over velden
een korte stilstand
in het voorbijgaan