Landschappelijk
De gedachte aan jou
cirkelt als een aasgier
om mijn vermoeide verstand.
Iemand in de lucht
schuift de wolken opzij,
laat de zon haar spotlights
op het landschap richten.
Een herinnering staat in de schijnwerpers
onzichtbaar te zijn.
Ik wou dat ik dat kon.
Angsten kruipen over de horizon,
met bloedende muilen.
Ze bijten zich vast in de verte
Net als ik dat doe.
De bomen zijn hoekig gevouwen
als een gestyleerde skyline.
Ik zie geen ronde vormen.
Het verlangen staat te loeien,
log en langzaam,
walst over alle genuaneerdheid heen.
Ik loop op de mijn tenen.
De weilanden zitten onder de blauwe plekken,
krijgen geen tijd om te helen.
Ik rek mijn huid uit
wil buigzamer zijn.
De liefde vormt een pad
zonder richting
een cirkel dus.