De klok tikt langzaam de uren rond.
Het onderscheidend ritme van mijn hart.
Het verlangen leeft van schemering tot
de ochtendstond iets te willen hebben
van wat nog niet eerder werd gehad.
De klok tikt langzaam de uren rond.
Het ondersteunend ritme van mijn hart.
Het hunkert naar de hunkering in
monotone klanken van een innerlijk debat.
De klok tikt langzaam de uren rond.
Het ondersteunend ritme van mijn hart.
Het zwerft doelloos op onzekere grond,
nimmer zeker van het hoe en om wat.
De klok tikt langzaam de uren rond.
Het ondersteunend ritme van mijn hart.
Het zoekt naar een tijdloze toekomst
op het nimmer eindige, oneindige pad.
De klok, de drager van de tijd kent
nimmer verbittering en nimmer spijt.
Dagelijks gaat zij in vierentwintig uur
rond; ondersteunt zij het ritme van mijn
hart, van schemering tot ochtendstond.