(‘naar het zich laat aanzien’)
vraag niet hoe wij binnenkwamen
ergens tussen lengte en ledig
enkelen doch minder dan samen
onder voorbehoud, nergens daglicht
de kamer is met ruimte gevuld
omringd door afstand, inwendig
tot muren, verder dan afgelegen
binnen lijnen, hoeken; bestendig
overal ontbreekt ons praten
dringt luisteren tot stilte door
er is geen brood, geen water
geen dagelijks verzaken
slechts kanteling van fluistertijd
als domein van dimensie
om achter gesloten deuren
afwezigheid te bedrijven