Achter jouw voordeur houdt de immer opdringerige stad op te bestaan
Hier hangen jouw sferen van aarde, water, lucht en vuur
De mantel van buiten uitgedaan
Van kristallen naar oliƫn, van thee naar teveel wijn
Aan onderwerpen geen gebrek tussen ons
Van de hak op de tak, van ongepolijstheid naar eeuwig bij je willen zijn
Warmte omringt mijn ziel, liefde zingt in mijn hart
Ogen stralen helder en blauw en vertellen mij iets
Ze doen het subtiel maar duidelijk, niet bruut, niet hard
De boodschap beklinkt in mijn ziel en ik stel geen vragen
Mijn bezoek duurt niet lang, dan moet ik weer gaan, maar het liefst bleef ik dagen
Maar dan was er geen afscheid en daarmee ook geen moment van innige nabijheid
Geen armen om elkaar heen en geen warmte van onze beider lichamen
Dan waren we slechts op korte afstand samen
Nu bevind ik me in jouw armen en druk je een zoen op mijn wang
Ik kan er weer even tegen, hopelijk duurt even niet te lang....