laten we bij het begin beginnen
als voorbeeld
om niet vroegtijdig te eindigen
ik heb nog een dagdeel liggen
zwervend door kou
door de zwijnenstal van omgewoelde tijd
het oogt verloren
zo tussen de snoeren van verlengd respijt
tussen stukjes toekomend ongeboren
ik ben degene die de regen verwaait
die bladeren verstijft in windstilte
maar laat ik niet overdrijven
er is nog tijd genoeg
nog honger en dorst naar meer
naar nog meer, tenslotte