ZEKER
Een doodgewoon tafereel doch, zeer opmerkelijk
Als ik word overspoeld door smart welhaast niet in te tomen
Voor wat de toekomst mij al reeds in het heden heeft ontnomen
En het alledaagse schijn te behoren tot een wereld van herinnering, zo onwerkelijk
Thuis met al zijn zekerheid doet elk mens vermoeden
Dat al wat reƫel en gelukkig schijnt niet aan wetten is gebonden
Dat het waarlijk onnodig is zichzelf the behoeden
Voor het geen dat reeds heeft plaatsgevonden
Men zou wellicht kunnen treuren om doden die nog in leven verkeren
Maar een ieder dient zijn geliefden te verliezen
Anders dan de levenden door nog niet te vergieten tranen te onteren
Zou men tevens de dankbaarheid in acceptatie kunnen verkiezen
Ik zal dit leven nimmer kunnen roemen
En zal het slechts betuigen van mijn dankbaarheid
Voor het geen ook mij als zeker toeschijnt
Maar dat ik nimmer het mijne zal mogen noemen