Zij kijkt mij aan met alle drie haar ogen
één wazig, één scherp en één nadenkend
Haar hoge voorhoofd fronst en ruikt
de geuren van de verzamelde bloemen
keurt de kleuren en vraagt aan mij
wie is zij, wie ben ik en wie ben jij
Jij vouwt je uit en ik ga verloren
in het schouwen van de zon
het ruisen van de zee, in jou
voel ik mij nog het meest
met een mens verbonden
al het menselijke in mij
Bij een aquarel van Hilde Hardeman