M'n ogen zijn voor het licht,
voor het groen van de lente, voor het wit van de
sneeuw,
voor het grijs van de wolken en voor het blauw van
de lucht,
voor de sterren in de nacht
en voor het ongelooflijk wonder van zoveel wondere
mensen
om me heen.
M'n mond is voor het woord,
voor elk goed woord
waar een ander op wacht.
M'n lippen zijn voor een zoen
en m'n handen voor de zachtheid, de tederheid,
voor de troost en vor het brood aan de arme.
M'n voeten zijn voor de weg,
die naar het berooiden gaat.
M'n hart is voor de liefde, voor de warmte,
voor hen die in de kou en in de verlatenheid zijn.
M'n lichaam is om anderen nabij te zijn.
Zonder lichaam ben ik nergens.
Niets is zonder zin!
Alles heeft zijn diepe betekenis!
Waarom ben dan niet gelukkig?
Zijn m'n ogen toe?
Is m'n mond vol bitterheid?
Zijn m'n handen 'grijpers' of is m'n hart verdord?
Weet ik dan niet
dat ik gemaakt ben voor de vreugde?