draaien en keren, terugblikken en weer begeven,
rechtstaand op mijn voeten, met dat beetje mogen zweven
geraak niet verder, ze moeten mij iets anders laten aannemen
kracht putten uit datgene wat uit de grond gestampt is
ogen op het scherpst, geraasd door de winden.
vallende tranen rollend van mijn wangen
gedroogd door het zout water,
geprikkeld die droge getraande banen
voeden mijn emoties groot in rangen
''terug weer die tranen'', deze keer in zoete drangen
het kraantje sluit en ik kijk weer verder vooruit
ontladen niet afschieten, nu horen naar engelen geluid
.