Schoenen
De onmiskenbaar versleten zolen
Gelijktijdig met mijn gedachten rottend
Zoals zij al zwalkend door mijn gedachten dolen
Een ieder met hun geur bespottend
De veters ooit onaantastbaar geacht
Thans behorend aan vergane belangen
Hun troosteloze aanblik, doch enigszins verzacht
Nog immer sterk genoeg om mij aan op te hangen
Geen openbaring zal het geschade leer vergoeden
Dat al te lang de waarheid trachtte te pletten
En de zolen zullen teloor gaan, de aarde zal mijn voeten besmetten
En zij zullen door erkenning bloeden