Ik vraag de weg, waar moet ik heen?
Onnodig, maar ik voel me alleen.
Ik vloek tegen een vreemde op straat, en zeg dat ik hem haat.
Onnodig, maar ik ben kwaad.
Ik lach uitbundig, en doe jolig en olijk.
Onnodig, maar ik ben vrolijk.
Ik help Nederland, en koop een nieuwe dijk.
Onnodig, maar ik ben rijk.
Ik ben een dwaas, gods eigenste gek.
Smeer mij in met veren en pek.
Doe me een dwangbuis aan, sluit mij op, en laat me nooit meer gaan.
Want als je het aan mij gelegen laat.
Ga ik door met leven, en een heleboel kattekwaad.