Atheïst - gelovige,
Het voorjaar grauw voorbij gestroomd
In een kolk van desolate zondvloed
Een collage van licht en donker grijs.
Klaaglied van monotoon pletsende regendruppels
op een zompige straat verzadigd vloeipapier.
Rouwstoet van verzopen lentebloemen
die bezwijken onder de zwaarte van het water
Chinese massafoltering op natte hoofden
van menselijke padden met verzuurde smoelen
die op hun kletsnatte buik weerloos naar de
gulzig zuipende riolen voor de kerk spoelen.
Voor het drama zich genadeloos voltrekt,
willen ze nog één moment door hun geloof verheven,
zich vastklampen aan een verloren zonnestraal.
Wanhopige atheïsten zoeken heil in exotische landen,
waar zij hun verbrande melanomen ruggen duur betalen.
Terwijl de zomer schuw vanachter de hoek gluurt,
en morgen het gelaafde gewas zal verschroeien.