JIJ
Jij bent geweldig, leuk en gevat,
elke zondag een ontbijtje en de krant op de mat.
Een kind, een man en een koophuis,
ach af en toe op het werk wat gespuis,
maar dat zal bij jouw de pret niet drukken.
Jij krijgt niet steeds de vraag, gaat het je lukken?
Jij woont niet in een twee kamer appartementje,
en hebt ook nog eens geen ventje.
Jij bent super en gelijk,
en hebt een prima intelligentie bereik.
Ach af en toe een meningsverschil,
maar dat krijg je als je hetzelfde wil.
Ik krijg steeds te horen wat ik fout doe,
dat maakt me zo moe.
Er komt een dag, dat alles er uitvliegt wat ik wil zeggen,
ongeacht de toon, de manier en het moment, jij hebt je er bij neer te leggen.