Voetstappen, een versnelde gang.
Vluchtend voor een bliksemschicht.
Je hart klopt bang
om wat in het verschiet ligt.
Steen, glas, scherven,
verwaaid papier op straat.
Sporen van wreed besterven,
van een huis dat niet meer bestaat.
Een gapend zwart gat,
een schaduw, het licht zelf zie je niet.
Gewond is de stad
die je achter je liet.