Ik heb je niet bezetten, en ik zal je niet bezitten,
denk ik, nooit.
Enkele woorden, een even nader komen,
zoals eergisteren in de bar, en verder niets.
Dat geeft, ik ontkend het niet, verdriet.
Maar wij,
dienaars van de kunst,
wij scheppen soms,
door grote geestesinspanning,
en ongetwijfeld voor korte tijd; ons een genot,
dat bijna tastbaar schijnt.
Zo had ik eergisteren in de bar - geholpen zeker
in hoge mate door de barmhartige alcohol -
een halfuur van volmaakte erotische beleving.
En jij begreep het, dunkt mij,
en bleef met opzet wat langer.
Dat was zeer noodzakelijk. Want
ondanks al mijn fantasie, en ondanks de magische alcohol,
was het nodig dat ik ook je lippen zag,
was het nodig dat je lichaam dicht
bij mij was.