het doffe zand
mijn boek, schuldenaar van nacht
en slotakkoord jij bent de verwarring
waarin ik de gevallen bladeren raap en
de geur van verval omhels
de tijd misstaat, ik lees het in de krassen
op mijn gezicht
wat kunnen we nog vieren als
gebroken wolken mij stenigen
eenvoud mijn intellect te boven gaat
en mijn wezen zich als een zonderling gedraagt
het evenwicht draagt niet de kunstenaar
maar raapt zijn poëzie in een gretigheid
naar woorden bijeen en sterft gelijk
het doffe zand op een verlaten strand