Ramen vliegen open.
Wij weten dat de aarde
uit niets dan heet steen bestaat.
De wereld op z'n kop
maar wij staan nog op onze voeten.
Vlinders vormen zich in je ogen
vliegen weg
laten kleverig zacht rood achter
in zwarte oogkassen.
Ik hou van nachten zonder regen
geen hoofd dat aan tranen denkt.
De duisternis vervloog niet
(zoals ik stilletjes had gehoopt)
maar het veranderde, of ik veranderde.
De koude keukenvloer is er alleen 'sochtends
misschien omdat ik er dan
de grootste hekel aan heb.
Soms ben jij even bij me
sta je in de deuropening,
glimlach.
Ramen slaan dicht,
glas versplintert.
Als ik terug kijk
ben je weg.