Jij bent mijn lichtpuntje,
in de donkere nacht.
als ik zoek naar je gezicht,
zie ik dat je naar me lacht.
het lijkt van zo'n korte duur,
dat ik rond blijf kijken,
terwijl ik weet dat ik niet kan stoppen met staren,
wat kan een mens toch mooi lijken.
Als ik nu buiten loop,
zijn er twee paar voetstappen in het wit.
wat ik eerst in mijn eentje zat te doen,
is nu anders, omdat jij naast mij zit.
jij zal er steeds zijn,
op de momenten van geluk en verdriet
dan stroomt de liefde door mijn hart,
want alleen zijn kan ik niet.
ik voel dat jij nu bij mij hoort,
ben blij dat je naast mij staat,
niemand die mij dit gevoel ooit gaf,
zeg me dat dit nooit meer over gaat.