Kon ik eerst
mijn handen laten dwalen
steeds jou vinden
nu wil ik niet
meer tasten
in de vreemde lege ruimte
mijn mond die je kuste
huid, haren, lippen
hoe zacht de lucht ook is
als ze langs me heenstrijkt
ze is niet
te vergelijken met jouw kus
je hebt geen afdruk achtergelaten
naast mij zie ik jou
alleen in herinnering
er is geen stem meer
die mijn oorschelp liefkoost
met woorden en geluid
alleen de stilte
die me neerslaat
de stilte die
zwaar als het valt
gemis met zich meedraagt
ik mis je
ik wil je
ik mis je
de enige klanken die nu
in mijn kamer klinken
zijn de mijne.