Ik draag zinnen in mijn hoofd
Samen gedragen ze zich als zijn ze verloofd
De zinnen worden tot een couplet
Onstuitbaar, niet meer te stoppen, droom ik de klanken in mijn bed
Wanneer ik wakker wordt zijn ze er weer
Ze groeien en groeien, bloeien tot meer
Het couplet groeit tot een lied
Een rijmpje in mijn hoofd is opeens gekomen
Een papieren bootje ontstaan in dromen, zie het stromen
Tussen de ranken van het riet
Vervaardigd met zijn witte vlakken van ivoor
Kabbelt het kwetsbaar tussen de golven door
Voortgeduwd door de wind van het verlangen
Zingt het zijn levenslied tussen alle andere gezangen:
“leef, geniet, vergeet je verdriet, de schaduw die er lijkt te zijn, is er niet’
‘Gooi je lasten in het water voordat je kwetsbare zelf verdrinkt in verdriet’
‘‘Zie de horizon in de verte, jaag hem na tot het einde van je reis’
‘”Niet door te lezen, maar door te ervaren wordt een mens wat wijs’
‘Als je valt, sta dan op en klim omhoog naar de regenboog, één stap terug brengt je twee vooruit’
‘Leef je dromen, laat ze stromen van binnenuit en laat toe degene die jou in de armen sluit’