De dag voor de dag van gisteren.
Mijn tranen zeggen niets over de werkelijkheid.
Mijn woorden zijn te klein om te praten over wat geweest is.
Mijn adem is te kort voor het vinden van vandaag.
Gisteren is al geweest en
morgen moet nog komen.
Dat wil niet zeggen dat de tijd een stem heeft,
dat de seconden stil zijn en dat
de wijzer doof is.
Ik ben niet blind voor de achterdeur,
mijn ramen zijn dicht
maar de voordeur blijft open.
De weg naar de zee is niet makkelijk,
het water ziet me heus wel.
De duinen zijn niet blind en
het zand niet traag.
De schoenen onder mijn voeten zijn versleten,
maar mijn veters zitten nog vast.
Mijn handen zijn niet leeg,
mijn ogen niet dicht en
mijn benen niet droog.
Ik kom er wel,
maar eigenlijk ben ik er al.
Niet waar ik ooit moet zijn of
nooit waar ik wel al ben geweest,
maar hier.
Bang om te lopen voor de al gemaakte voetstappen.
Ren, spring, kruip voor mijn part
maar ga vooruit.
Niet meer dan minder en
niet minder dan meer.
Want meer dan een schelp op het strand,
de zon aan de hemel,
een bij op een bloem,
meer dan een punt aan een potlood
of de batterij van mijn mobiel
is ik, jij, jou, mij,
wij of die dan ook.
Leven is leven en niet andersom.
Dus leef dan.