Niemand…
De heuvel belet mij dit afgelegen oord te zien,
ik wacht geduldig af tot hij plat betreden is.
Mijn ademhaling verraadt de opwinding van de uren
die ik tel tot ik weer terug zal zijn.
Ik beeld me in dat jij daar op me wachten zal,
kortgerokt en je haar samengebonden in een staart
zoals de laatste keer.
Maar ik dwaal af, waar ben ik weer gebleven?
Ach ja, aan de voet van de heuvel!
Opgelucht sla ik een zucht
wanneer de zon boven jouw hoogste punt verschijnt,
het is verdomme al van gisteren geleden
dat ik mij nog in haar stralen kon verwarmen.
Had ik het destijds geweten, was ik niet vertrokken
in het donker, maar direct na zonsopgang.
Maar toch, toch ben ik blij als een kind,
dat ook vandaag ze me weer zal vergezellen
in het urenlange wachten.
De heuvel kent mijn grenzen, maar ik heb te weinig tijd,
te weinig zicht op het achterliggende dorp
met zijn saaie mensen, bleek en aangetast
door de schaduw die dwaalt over deze uitdijende negorij.
Het blijkt enkel maar te bestaan omdat jij er bent,
jij, daar zo ver weg achter die molshoop,
tussen vandaag en morgen!
Dit is het einde van de wereld, op goed geluk bij elkaar geraapt,
en bijeen gehouden door het verlangen om je weer te zien,
jij, en niemand anders…
esteban 24 Juli 2010