Mijn hart is kapotgeslagen
Al voor de liefde volgroeid was
Des te fragieler was ik
Het bepaald mensen hun levens
En over tienduizend nachten
is het pas echt donker
In de schaduw zal ik klaarstaan
om de gebrokene op te vangen
Drijvend op de ervaringen van vandaag
zal ik het weinige licht dat ik nu zie
in mijn dromen vangen en pas vrijlaten
als de echte duisternis verschijnt
Mistbanken dimmen het oranje zonlicht
de bomen zonder blaadjes rillen van de kou
Olie en vet is op de stalen gebouwen gesmeerd
Want de zon is stervende
Een zonderling in een regenjas loopt over straat
Duisternis hult de taferelen in de steegjes
Gelukkig maar
De versleten gasmaskers liggen in een stapel op het plein
terwijl er stil wordt gehuild achter de deuren
de zon is dood
Al wankelend vergeet hij zijn thuis
Brakend, rotting opsnuivend
En hij besluit op te geven
Hij gooit zijn hoed weg,
en gaat
de zon achterna