Jij bent jij zoals je doet,
En dat doet me altijd goed.
En ik, ik ben nog maar klein,
Ik heb het nog even fijn.
En toen ging jij weg,
Dus had ik veel pech.
Ik hou van jou, jij niet van mij,
Door die gedachte word ik niet blij.
Gehouden heb ik van je altijd,
Daarvan heb ik nu veel spijt.
Want mijn hart ligt nu in 1000 stukken,
Die heb jij uit elkaar lopen rukken.
Ik weet het, zien wil jij mij nooit meer,
maar ik probeer mij te gedragen als een beer.
Diep in mijn hart doet het veel pijn,
En ik ben nog maar zo klein.
Ik dacht altijd; ben je klein...
Dan is het leven bijna altijd fijn.
Maar alles is anders door jou,
Omdat ik zoveel van je hou.
Maar jij niet van mij.....