Geteld heb ik
lege dagen in
voor en tegenspoed,
met spijt zwijg ik
woorden ik heb vastgesteld
Pleit me vrij
en schenk geloof,
in goed vertrouwen
aan oren nog te doof
voor het horen van de tijd
De klok slaat alsmaar twaalf
Tijd keert niet de dagen...
Tel ze met mijn lege handen
Geschaduwd in verdriet,
zweeft een droom
in stil verleden
Zonder tijd
hier lachend achterliet
Nu alles stil bleef staan,
ging ik zoeken waar
het fout kon gaan...
Ondanks alle moeite,
bleef de klok nog twaalf slaan
Tijd keert niet de dagen,
noch mijn tranen, noch mijn spijt...
Steeds keren weer diezelfde vragen:
''Waar raakte jij die dromen kwijt?''