Ontrouw
Gezegend zegt men tegen mij,
Je bent gezegend wees toch blij.
Maar nee blij zijn kan ik niet,
Alles om me heen interesseert me geen biet.
Want zij is weg mijn lieve vrouw,
Ze ging naar een ander, was mij ontrouw.
Ze zei dat ze iets miste,
Ik dacht dat ze zich vergistte.
Maar toe sloeg ze door, ging door het lint,
Begon te schreeuwen als een klein kind.
Ze bleef maar schreeuwen niet te stoppen,
Ik wou al gauw mijn oren dicht proppen.
Na vele minuten en vele problemen,
Probeerde ze mijn autosleutels te ontvreemden.
Het lukte haar uiteindelijk niet,
Tot haar grote verdriet.
Ze rende weg, de straat op,
Ik rende haar achterna en riep alsmaar “STOP!”
Ze keek om toen ze op de weg stond,
En draaide tweemaal in het rond.
Ze zei “kijk maar goed, dit is de laatste keer”,
“ Je ziet dit lichaam nu echt nooit meer.”
Ze liep toen verder de massa in,
Dat was het einde van een nieuw begin.