Kom, zeg jij,kom bij mij:
mijn rijk is wonderbaar om in te leven.
Ik ben een lach, ik ben een traan
maar ik kan je intense vreugde geven.
Ik sta met raad en daad gereed;
ik ga een lange weg in lief en leed.
Ook mijn soortgenoot is jou nabij
en staat vreemd lachend dicht bij mij.
Kom, zeg jij, kom bij mij.
Zelfs in mijn smeken ben ik uitgenodigend en blij.
Kom bij mij en laat me niet alleen.
Hou van mij en ga nooit heen.