De naam die ik al jaren draag zit hierin verborgen
Af en toe weef ik wat woorden aan elkaar,zinnen vol met zorgen
Puffen, vloeken, krijsen razen helpt me niet vooruit
Hoe dan ook zegt men: je moet eruit
Netjes lopen tussen regels
Een pad met scheve tegels
Vloert mij steeds opnieuw
Alsof ik niet normaal mag lopen
Niemand die het ziet
De pijn van mijn verdriet
Even leven zoals jij
Raast aan mij voorbij
Stil huil ik veel trieste tranen
Tussen zonnen en veel manen
Roep niet steeds: je bent zo stom!
Als men mij kleineert
En mijn hart bezeert
Tranen ogen over kaken
En haat ik het ontwaken
Nu laat me maar alleen, ik loop zelf wel ergens heen.