Ik kijk terug naar een tijd,
Naar een tijd waarin alles was zoals het was.
Een tijd van tevredenheid.
Jij leefde altijd in tevredenheid.
Maar nu jij niet meer bij ons bent,
Kijk ik in een tijd van spijt.
Altijd dacht jij aan ons, aan ons allen.
Altijd bracht jij ons samen, onze familie.
Maar nu is dat ‘ons’ uiteengevallen.
Ik zou het zo graag allemaal overdoen,
Ik zou het zo graag allemaal opnieuw willen beleven,
Die tijd van toen.
Maar bij jou lieve Carla, was er geen tijd.
Jij kende geen tijd, jij kende alleen gelukkigheid,
Totdat jou tijd veranderde in een tijdige strijd.
Een strijd van 2 maanden tijd.
Een strijd waarin ik jou ineens niet meer herkende,
Een tijd die ik nog altijd het liefste vermijd.
Jij, een vrouw die alles aankon.
Jij was dochter, zus, moeder, vriendin, maar voor mij een tante.
De liefste tante, die altijd alles overwon.
Maar ook bij jou greep het kwaad zijn macht.
Je vocht en streed voor je gezin en familie, maar ook voor jezelf.
Je deed alles wat je kon doen, maar het kwaad greep nu ook je kracht.
Een gevecht tegen het kwaad,
Een gevecht tegen een dodelijke ziekte,
Een gevecht tegen de tijd, het was te laat.
Ik kijk naar een tijd van gemis en oneerlijkheid,
Ik kijk naar een tijd van verdriet,
Lieve Carla ik ben je kwijt.
Het leven gaat door, ook voor mij nou.
Ik kijk terug naar een mooie tijd die ik met jou heb mogen beleven,
Lieve tante Carla, ik hou van jou!!!!!!!!!!!!