In de drukke stad
vele gezichten, ieder één,
kakelend door elkaar heen.
Een koude optelling van wat
solitair, de ene, te
veel te veel, blind voor de ander,
op weg naar ergens –anders.
Schuchter, vervolgt het gros
dat slecht denkt, zijn route:
wantrouwt jou en mij.
En een afgrijselijke uiten
steenmassa, gesloten en bikkelharde,
teruggetrokken lieden.
Wie voelt de smart in mijn harte,
lief?