Van nul tot dertien jaar waren papa en mama voor mij beide nummer één
Van dertien tot achttien jaar kwam er verandering in hetgeen
In deze vijf jaar was mijn vader de liefste van de hele wereld, en niemand kon hem afpakken
Toen ik achttien was begreep ik dat deze gedachte weer kon afzakken
Papa ging in mijn ogen alleen bij mij weg en bleef ook weg in mijn gedachten
Later verdween de angst en bleef ik vaak 's nachts op hem wachten
Nu achtentwintig jaar later weet ik dat hij altijd bij mij is
Maar, mama ik kan U niet met woorden zeggen hoezeer ik hem nog steeds mis.
dit is een gedicht van vroeger