waarom is het leven zo ondraagelijk,
dat is waar het keer op keer naar blijkt.
waarom ik dat vraag ik me telkens af,
is dit dan mijn straf.
ik neem mijn medicijnen in maar teveel,
er blijft niks meer van me heel.
gebroken lig ik op bed,
dit was mijn laatste zet.
god weet wat komen gaat,
god weet hoe mijn leven ervoor staat.
maar ik waarom ik waarom weet ik het niet,
is er dan niemand die mijn verdriet en pijn ziet.
is er niemand die ziet hoe ik lijd,
teveel medicijnen ik over leef het tot mijn spijt.