In een gat,
Zo donker, zo onbeschrijvelijk zwart,
zo leeg, zo oneindeloze ruimte,
val ik in de diepte,
in een diepte waar mij voeten geen vaste grond voelen
in een diepte die zo oneindeloos donker is,
dat ik bang wordt,
bang van angst,
angst van verdriet,
verdriet van alles wat er om me heen gebeurd,
waar ik geen uitweg in weet te vinden
waar vinden mijn voeten weer een ondergrond,
een vaste plek waarop zij mogen rusten?
deze plek zal er wezen,
maar hoe diep ik nog moet vallen,
is mij niet verteld..