Mensen kijken! Je ziet hun ogen staren. Staren naar jou! Je weet dat ze kijken, maar probeert het te negeren. De starende blikken branden in je rug! Het doet pijn! Gedachtes gaan er door je hoofd..gevoelens door je hart. Je wilt rennen, maar staat tegelijkertijd sta je vast genageld aan de grond. Je benen voelen zwaar. Te zwaar om op te tillen. Dan klinkt het gefluister. Van alles gaat er door m’n hoofd. Wat zullen ze zeggen? Wat moet ik nu weer verwerken? Je denkt woorden doen geen pijn. Maar waarom maken ze je dan kapot?? Want dat is wat ze doen. Elke keer weer. En elke keer breekt er een stukje diep binnen in mij. Kapot! Tranen branden in mijn ogen. Probeer ze weer weg te slikken. 1 x slikken niet genoeg…
2x slikken nog niet genoeg.. de tranen branden nog steeds in mijn ogen. Het liefst wil ik huilen. Maar dat mag niet ! het mag niet van mezelf en niet van mijn omgeving. De gedachten van huilen is geen optie blijft door m’n hoofd spoken. Mensen mogen niet zien dat het pijn doet. Ik wil ze niet die overwinning gunnen. Ze mogen niet weten dat die woorden mij kapot maken.
Maar dan kijk ik op zij. Ik zie haar gezicht. Alleen door haar blik stelt ze me al gerust. Ze geeft me een lieve lach. En dan verdwijnen de tranen. En verschijnt er een lach op mijn gezicht. Zij geeft me het gevoel dat ik het leven waard ben. Dat ik het waard ben om te bestaan. Alleen door haar hou ik het vol om elke dag die blikken aan te kunnen.