Ik word wakker en stap uit mijn bed.
Doe de kast open waarna ik mijn lachende masker opzet.
Ik loop de trap af en ga voor de spiegel staan.
Tijd om met mijn masker op de wereld in te gaan.
Op de fiets het ik al spijt dat ik naar school toe ging.
dat ik in het fietsenhok de eerste scheldnamen al ontving.
zit ik daar met veel spijt in de klas.
Wenste ik heel hard dat ik thuis gebleven was.
Aan mijn gezicht valt niks droevigs te zien.
nouwjah een heel enkele keer misschien.
De bel gaat, een hard en schel geluid.
eindelijk is deze schooldag uit.
fiets ik langs het spoor naar huis.
zijn mijn gedachten toch nog ver van thuis.
en dan....eisen mijn problemen hun tol.
en slaat mijn hoofd op hol.
terug thuisgekomen ga ik naar mn kamer en zet de tv aan
word ik mijn neplach beu en ga voor mijn kast staan
Gooi ik mijn masker weg, staat mijn gezicht weer...bang
en dan...loopt er een dikke traan over mijn wang