als ik aan hem denk voel ik de kriebels tot in me hooft.
zijn foto is de kracht die me pijn verdooft.
hij weet niet wat ik voor hem voel.
soms weet ik zelf niet eens wat ik bedoel.
maar hij ziet me niet eens staan.
ik kan beter dit gevoel laten gaan.
het zal nooit iets worden, en het zal ook nooit iets zijn.
als ik aan hem denk, verdwijnt al de pijn.
tot dat ik me realizeer dat het allemaal geen zin heeft.
dat hij ergens anders naar streeft.
ik hecht me eraan, dat gevoel lijkt zo goed.
ik weet niet wat het met me doet.
maar als ik naast hem sta praat hij niet.
als ik voor hem sta weet ik niet of hij me wel ziet.
het is allemaal gewoon een stupid droom!