Het is koud vandaag. Ik struikel in mijn haast binnen te komen. Ik buig voorover, wil snel mijn veters strikken en schrik toch weer als ik zie dat ik naast mijn schoenen sta. Hoe vaak het kan blijven verrassen, het verrast me. Soms duurt het lang voordat je leert.
Hoe sneeuw mijn voeten zacht zou strelen, had ik al vaker bedacht. Toch vergat ik -noem me naïef of optimistisch, ik heb het eerder gehoord- hoe kou een mens verdoven kan, hoe kou doet afdwalen naar gedachtewerelden en stille plekken waar een simpele overtuiging zo’n sneeuwvlok smelten doet. Sneeuw heeft voor mij een soort toverkracht, het maakt me dromerig en bezorgt me een niet te plaatsen vrijheidsgevoel. En dan die stilte. Die allesomvattende stilte, die een subtiel magisch dekentje legt over de wereld. Gewoonlijk neem ik dan dat besneeuwde geheel in me op, geniet ik even heel bewust van dat dekentje. En dan komt het, die drang om iets te doen. Dat moment verstoren, de perfectie overwinnen door met overbodige voetstappen te strooien, tegen een boom te schoppen om een minisneeuwstorm op te wekken en vervolgens keihard te schreeuwen .
Magie is zo iets breekbaars, het is tijdloos en tegelijkertijd weg te vagen in minder dan een seconde. En eerlijk is eerlijk: we doen het graag, magie wegvagen. Als blijk van controle over de situatie zijn we vaak maar wat bereid om dat ene moment te verbreken, de stilte de mond te snoeren en de harmonie te verstoren. Alleen maar omdat we het heft in handen willen hebben, in ieder geval dat gevoel nodig hebben. We willen ons eigen leven leiden, onze eigen keuzes maken. Verhitte pogingen doen om voor onze eigen magie te zorgen. Om vervolgens dat stukje perfectie weer geheel eigenhandig en heel vastberaden te verstoren.
Ik trek mijn schoenen aan, strik mijn veters en ga naar binnen. Het is koud vandaag.