Wanneer is het moment dat geliefden vreemden worden?
En hoe?
Hoe kan de enige zekerheid in één klap verdwijnen?
En waarom?
Waarom is alles tijdelijk?
Jij was mijn vangnet als ik viel,
Mijn steun in donkere tijden.
Alles had ik gedaan, voor jou liefde.
Waarom kijk ik nu in de ogen van een vreemde,
als ik naar je kijk?
Zag ik eerst het oneindige, het tijdloze,
de engel die bij volle maan op het spiegelmeer danst.
Zie ik nu een mens, een gewoon levend wezen.
Wij waren toch anders, bijzonder,
wat andere miste dat hadden wij, toch?
Wij tegen de rest van de wereld,
Jij was er altijd.
Was ik er dan nooit?
Er was eens…..,
Maar dit sprookje heeft geen goed einde.
Ik was altijd trots dat ik jou aan mijn zijde had,
Nu loop ik alleen……….