De dood is niets.
Ik ben slechts aan de andere kant.
Ik ben mezelf, jij bent jezelf.
Wat we voor elkaar waren, zijn we nog altijd.
Noem me, zoals je me steeds genoemd hebt.
Spreek tegen me zoals weleer.
Op dezelfde toon, niet plechtig niet triest.
Lach om wat ons samen heeft doen lachen.
Denk aan mij.
Spreek mijn naam uit thuis.
Zoals je dat altijd gedaan hebt.
Zonder hem te benadrukken.
Zonder zweem van droefheid.
Het leven is wat het altijd is geweest.
De draad is niet gebroken.
Waarom zou ik uit je gedachten zijn?
Omdat je me niet meer ziet?
Nee, ik ben niet ver.
Juist aan de andere kant van de weg.
Zie je alles is goed.
Je zult mijn hart opnieuw ontdekken.
En er de tederheid terugvinden.
Dus droog je tranen en huis niet.
Als je van mij houdt.
Augustinus