Rennen moet ik,
voor mijn leven,
harder rennen,
telkens weer,
ik mag het niet opgeven.
Hoever nog?
Wist ik het maar,
het komt eraan,
geeft het niet op,
mijn leven is in groot gevaar.
Angsten vliegen door mijn hoofd,
krampen in mijn zij,
ik houd het niet vol,
ik kan niet meer sneller
en het komt steeds dichterbij.
Ik begin het te voelen
en ik tel de seconden,
die zeer waarschijnlijk
mijn laatsten zullen zijn,
als mijn voeten nou sneller konden!
Het neemt mijn denken over,
sleurt me mee terwijl ik beef,
het is zo mooi, maar ook zo sterk,
ik dreig erdoor ten onder te gaan,
maar ik voel dat ik nog leef.