Achttien was ik, en zo pril nog
toen ik jou voorbij zag gaan
in een bus, die jou wegvoerde
weg uit dit bestaan
Vluchtig kruisten onze blikken
de dag was haast voorbij
verwonderd keek ik in je ogen
en jij, jij keek naar mij
Blikken van herkenning
ik ben ik, en jij bent jij
'k heb je eindelijk gevonden
en de bus, hij ging voorbij
Steeds weer was je in m'n dromen
steeds weer zag ik jou dan gaan
in een bus, die van me wegreed
ver, heel ver bij mij vandaan
Vluchtig was je in m'n leven
ergens moet je toch bestaan
jij, de liefde van m'n leven
maar ik zag slechts 'je gaan'
Ben je altijd blijven zoeken
nooit heb ik je nog gezien
waar ben jij gebleven?
ben je dan een droom misschien?