ze was altijd een meisje met een grote mond.
die nooit haar eenzaamheid toonde.
nooit huilde omdat ze er alleen voor stond.
ze moest altijd anderen beter maken.
nooit zei ze dat ze zelf problemen had.
ze zou haar vrienden kwijt raken.
en ze had gelijk tot grote spijt.
toen zij zei ik heb verdiet.
raakte ze al haar vrienden kwijt.
ze zeiden je bent ziek.
je hoort hier niet.
je moet in een kliniek.
altijd maar negatrapt.
liep ik met alleen mijn tassen.
compleet in gepakt.
de kliniek was geen thuis.
maar een ding wist ik zeker.
ik ga nooit meer naar huis.
mijn vrienden ben ik kwijt.
ik zorg niet meer voor anderen.
ik vecht nu zelf door de tijd.
ik heb gewonnen van dit leven.
dus zo zie je maar weer.
soms moet je vrienden.
ervoor opgeven...
echte vrienden leer je met de tijd kennen.
en soms merk je dat je geen vrienden hebt.
met uitzondering van N.& fran