ik moet steeds aan je denken
je zit gevangen in mijn hoofd
je weerspiegeling in dit insectje
een lieveheersbeestje dat over mijn vingers kruipt
wat ik voel voor jou kan ik niet weten
vandaag wat anders dan voorheen
gedoemd om steeds weer te veranderen
ik weet dat ik je mis
en dat ik van je hou, of hield...
misschien vind ik het antwoord
bij mijn klein insectenvriendje
intussen een levensloos kadaver
op een wiskundeschrift