Het was niet meer dan één grote leugen,
Die je recht in mijn gezicht uitsprak.
Zonder enige haperingen,
Je sprak de woorden vlekkeloos uit, met gemak.
Je sprak die woorden uit om me te beschermen,
Je wilde me de waarheid niet zeggen.
Je wilde me beschermen,
En niets uit hoeven te leggen.
Je vertelde me later de waarheid
Terwijl je me daar toch voor beschermen wilde?
Die woorden kwamen zo hard aan,
Het leek of ze me kilde.
Tranen over mijn wangen,
Tranen van verdriet.
Ik vraag me af waarom je het deed,
Ik snap het niet!?
Die paar woorden die je zei,
Blijven door mijn hoofd spoken.
Ik kan ze niet langer meer verdragen,
Je hebt mijn hart gebroken.